Hechting (attachment) is de duurzame affectieve relatie tussen een kind en
één of meer opvoeders. Veilig gehechte kinderen zullen in perioden van
stress de nabijheid zoeken van personen aan wie zij zijn gehecht. In een
onbekende situatie zijn zulke personen de uitvalsbasis waarvandaan zij de
omgeving verkennen. Onveilig gehechte kinderen klampen zich vast aan hun
verzorger, of ze gedragen zich juist heel onverschillig en zelfstandig,
ongeacht of de situatie stressvol is of niet. Alle kinderen hebben een
gehechtheidsrelatie met hun opvoeders, maar onveilig gehechte kinderen
krijgen veel vaker te kampen met leer- of relatieproblemen, zijn lastig
aanspreekbaar, en ontwikkelen een laag gevoel voor eigenwaarde.
Onveilige hechting
Naarmate het kind ouder wordt, is het moeilijker om veilige hechting te bewerkstelligen. Het niet-veilig gehecht zijn leidt tot verschillende problemen in het latere leven, zoals leerproblemen, een laag gevoel van eigenwaarde en moeite met het aangaan van relaties.
Veilige hechting wordt bevorderd door
• een sensitieve houding van de opvoeder voor de signalen van het kind
• respect voor de eigenheid en de autonomie van het kind
• het ondersteunen van het kind
Kinderen van verslaafde ouders of van ouders met psychische problemen (KOPP),
kinderen die veel agressie of scheidingen hebben meegemaakt en kinderen uit
kindertehuizen zijn relatief vaak onveilig gehecht.
Onveilig gehechte mensen melden zich voor therapie vaak aan omdat ze somber
en angstig zijn en moeite hebben relaties aan te gaan of te onderhouden.
Vaak zijn zij wel in staat goed voor anderen te zorgen, maar zij slaan hun
eigen grenzen en behoeften in de wind. Dat leidt vaak tot een ernstig
overbelast voelen.
In therapie zal in eerste instantie de nadruk liggen op het aangaan en
onderhouden van een goede (= veilige) samenwerkingsrelatie tussen patiënt en
therapeut. Daarnaast zal de patiënt leren naar zichzelf te leren luisteren
en dat te doen wat goed is voor zichzelf, zichzelf leren begrenzen en op een
veilige manier nieuwe relaties leren aangaan.
Het is niet ongebruikelijk dat dit langlopende therapieën zijn.